TERUG naar Artikelen

Openingswoord bij de expositie Heiligen en Engelen

 

Eerwaarde, meneer de wethouder, geachte aanwezigen,

Ik wil het eens over de schilders hebben die deze expositie bevolken. In 2001 begonnen we in Amsterdam en Haarlem met twee klasjes. Beginners van toen zijn er nog steeds. Nu zijn we met zijn 55-en. Sommigen hebben al wat of zelfs heel veel in hun mars als ze komen. In olieverf en acryl, modern werk. Grote formaten of kleine. Sommigen hadden al iconen geschilderd. Dan meestal Russisch. Weer anderen hadden nooit geschilderd. Petje af voor Ineke en Riet.
Wat is het ook leuk om samen een icoon te schilderen. Je kunt veel uitwisselen, je leert van elkaar.

Ik ben zelf begonnen te schilderen omdat de iconen van Neoklis (mijn leraar) een diepe indruk op me maakten. Die zomer droomde ik elke nacht van de iconenkleuren. Alsof mijn onderbewuste mij steeds wilde zeggen: je hebt nou toch iets moois gezien!
Wilt u weten hoe het met de schilders zit? We houden in elke cursus een introductierondje waarin ze iets over hun motivatie vertellen. Ik zal het een beetje globaal in min eigen woorden zeggen. Zodoende kan ik zeggen 30 % zichzelf niet als gelovig beschouwt. Ik kom voor de techniek zeggen ze. Wat mij betreft is dat oké, ik heb daar helemaal geen moeite mee. Je bent welkom. 30 % schildert om de spiritualiteit. Die zijn betrokken bij een kerk en meestal rooms-katholiek. 40% ervaart wel iets bij het schilderen, vindt de spiritualiteit interessant en die hebben meestal een protestantse achtergrond. Deze 70 % samen vindt de techniek trouwens ook wel waardevol om het te doen. Kunsthistorisch vindt iedereen de iconen ook interessant.
Er zijn 4 orthodoxen, waaronder ik, 1 oud-katholiek en 1 vrijmetselaar.
We hebben veel mensen erbij met een afgesloten carrière. Veel die uit het onderwijs komen, minder uit de zorg, nogal wat mensen met een kantoorbaan, 1 regisseur, 3 theologen, waaronder ik, 3 therapeuten, een huisschilder, 4 of 5 beeldende kunstenaars, 2 grafisch ontwerpers, een schoolhoofd. Het wachten is op nog een fulltime iconenschilder. Wie durft?
Wil je het nog eens nalezen dan kan dat op de iconenschool blog die ik heb gestart op internet.

Ander onderwerp:
Is het nou kopiëren?
(Zucht)
Ik hoor het zovaak, vooral van mensen die Russisch schilderen. Vader Anton van de Amsterdamse Russische kerk, die zelf schildert, de priester André Gouzes in Sylvanès, Frankrijk, Marcel Watté, België, Bernard Frinking, Frankrijk. “Jongen, ga toch eens iets zelf iets ontwerpen!” Alsof het jammer is dat we iconen schilderen zoals ze altijd geschilderd zijn. Bernard zegt: 1) Je moet nederig zijn, en daarom moet het dan zeker helemaal uit je eigen inspiratie komen. Zo komen de lelijkste iconen de wereld in, maar dat geeft zeker niet. Neoklis zei: Ga niet ontwerpen, want in Griekenland is er bijvoorbeeld maar één die het kan. 2) het is hoogmoed van je, het is pronken met andermans veren.
Nou lieve Russische schilders en iconendeskundigen, …. Staan de Russische schildersboeken van Stroganov en Ushakov niet vol met voortekeningen? Staat in het schildersboek van Dionysius van Fourna, waaruit men wel graag het iconengebed citeert, soms niet het maken van een transparante werktekening op basis van een oude icoon? Omdat Dionysius' boek een compilatie is van handleidingen vanaf de 12e eeuw, kan men het maken van de werktekening met recht een oud iconenschilders-gebruik noemen. Bij Dionysius werd een in olie gedrenkt papier op de icoon gelegd en de hoofdlijnen overgetrokken - in deze tijd gebruiken we transparant papier op een afbeelding van een icoon in een boek of een ansichtkaart. Heus, we doen niets anders dan de schilders van vroeger, zei de schilderes Ireen van Engelen …die van de 16e eeuw, die we zo waarderen en wier iconen we gebruiken.

Dit onderwerp krijgt een raar staartje, namelijk omdat ik toch ook veel zelf ontworpen heb. Dat kan je doen, maar het hoeft niet. En zelf ontworpen iconen zijn niet wezenlijk anders dan nageschilderde iconen. Alles moet lijken op de traditionele iconen. Nieuwe ook.