Frida Boland, schande
Wie had kunnen denken, dat ooit een druïde het Nederlandse iconenlandschap onveilig zou maken. Frida Boland verscheen stilletjes op mijn gezichtsworkshops in 2006, had kunstacademie, keek om zich heen, vroeg wat dingetjes extra, overwoog om zich bij mij aan te sluiten, maar toen ik haar Zwarte Madonna zag, schreef ik: “Je zult je aan de voorbeelden moeten houden en eigen inbreng achterwege laten”. Waarna stilte intrad. Nou ja, in maart 2008 vroeg ze nog even naar mijn bindmiddel.
Na twee jaar, in 2010 kwam haar boek uit: Zelf iconen schilderen. Nieuw licht op iconen. Wat daarin meteen het meest opvalt is haar icoon van de Drie-eenheid, waarop in plaats van de engelen de drie vrouwen Maria, Maria Magdalena en Salomé zitten. Ook is er een icoon van Maria Magdalena met het kind Sara-Tamar, “dat ze van Jezus had”.
Ik ben altijd respect voor iconen tegengekomen. Maar ik heb het nog nooit zo cru meegemaakt. Ook in het buitenland zag ik zo’n spotprent niet. Op de heilige icoon, die door de Russische kerk als enige is aangewezen om de Drie-eenheid af te beelden, wordt plompverloren de Moeder Gods geplant, in gezelschap van twee hoogst aardse vrouwen. Voor het eerst schendt verder een schilder een icoon met het kind van Jezus. Voor orthodoxen is dit een schok. De priester en alle gelovigen van mijn kerk zullen je vervloeken. Het is meer dan een gebrek aan respect. Het is heiligschennis. Dit kwetst, dit geeft aanstoot. De icoon is toch per definitie de heilige afbeelding van de orthodoxe kerk? Je gebruikt een icoon om je eigen feministische en druïdische esoterie af te beelden. Als je 20 bladzijden van je iconenboek wijdt aan esoterie maak je duidelijk waar je staat. De icoon is gekaapt. Hij kan zo op de omslag van de Da Vinci-code van Dan Brown.
Dit boek zal ook het hele iconenschilderen in Nederland in diskrediet brengen. Dit wordt een argument voor degenen die nieuwe iconen minachten, die zijn er al. Als Boland ons vlaggenschip gaat worden, worden de iconenschilders niet meer serieus genomen. Meer dan 1000 Nederlanders schilderen iconen. Iconen bewonderen ze, bewieroken ze. Denk aan de orthodoxe schilders, hoezeer het hun missie is. Men schikt zich naar de strenge regels. En nu worden we onbetrouwbaar, ook dat nog. En je hoort smalende opmerkingen en krijgt belachelijke opdrachten. Alles mag toch? De orthodoxe kerk keert zich van ons af … je reputatie is kapot.
Het schrijnende is, dat één mens, met het brutaal uitgeven van een boek, het verknoeit voor 1000 man. En het boek verkoopt goed. Op haar naam krijg je 1600 hits op Google. Ze is zonder leraar aan de slag gegaan. Nu maakt ze ironisch genoeg aanspraak op autoriteit.
Ze brengt ook de icoon in diskrediet. Als de icoon allerlei pseudoheiligen gaat promoten, zal de betekenis van de icoon als liturgisch voorwerp in de orthodoxe kerk er wel snel afgaan.
Het is mogelijk dat dit boek ons onderling gaat verdelen. In elke groep schilders kan een tweedeling ontstaan. In ons iconenbulletin Eikonikon kunnen tegenstellingen ontstaan. Ondertussen heeft de redactie Boland een weerwoord gegund op het vernietigende artikel van Marjo van Ooijen. Frida schrijft, dat het allemaal toch zo goed bedoeld is, maar ze bevestigt wat Marjo haar verwijt: dat ze de traditie aan haar laars lapt, in haar woorden: na drie jaar werken aan het boek (twee jaar leek haar wat kort) heb ik mij enkele vrijheden toegestaan in de afbeelding. Vrijheden kunnen voor de schilder heel belangrijk zijn. Op de website van Eikonikon staat de workshop Koptische iconen van Frida twee keer. Wat wil Eikonikon daarmee zeggen?
Toen mijn vriend de schilder Henk van Woerden mij naar mijn bindmiddel vroeg in 1991, want het leek hem ook wel makkelijk iconen te schilderen, zei ik het hem niet. Hij had kunstacademie en ik vertrouwde hem niet met zijn bravoure. Gelukkig is Henk gaan schrijven en daar in de prijzen gevallen. Ik moet daaraan denken als Frida in haar weerwoord benadrukt dat ze als kunstenaar al die veranderingen in het iconenschilderen heeft doorgevoerd. Toen ging er bij mij een lichtje branden: dan moet het kunst zijn.
Als ik het niet mooi vind, is het altijd kunst.
De insteek van Frida is de kunstenaar. Ik, ik, ik. Ik heb rood gebruikt, ik heb een patroon toegevoegd. Daar ontspoort ze.
Ik denk dat ik wel mag zeggen dat haar zwakke punt haar teveel aan zelfvertrouwen is. Ze gebruikt werktekeningen zoals wij, maar daar waar wij naar de icoon kijken om te leren van de oude meester door hem in zijn techniek na te volgen, daar maakt Frida de icoon op eigen kompas af. Ze wil niet naar de meesters kijken. Het is optuigen van werktekeningen. Daarbij heeft de expressie vrij spel. De kleuren en de ornamenten verdringen elkaar in een bont carnaval. Azteekse kleding, een polkadot overal en paisleymotieven. Wat kan je je uitleven in de kunst.
De strakke parallelle donkere lijnen die altijd door de iconenkleding lopen neemt ze niet over. Op een icoon staan zwiepende blauwe lichtlijnen. Op de meeste iconen staan echter waterige lichtstrepen, die de indruk wekken dat de heilige een mohair trui of een pluizig gebreid vest aanheeft. Allemaal winterkleding zeker. Het is zo oniconisch als het maar kan. Alle Griekse iconen hebben naïeve Russische gezichtjes. Alle samengeknepen ogen hebben een wit lichtje in de iris. Is nieuwlichterij. Wijst op de ondertitel van het boek. Alle nagels zijn gelakt, ook die van het Kind. Christus met een labyrint op zijn buik heeft een vreemd gezicht. De engel heeft een misvormde mond.
Haar boek is rommel. Maar voor mij had Boland met haar blasfemie het punt allang bereikt, dat het geen icoon meer mag heten. Het ergste is dat ze de iconen smaadt. Marjo van Ooijen had helemaal gelijk toen ze Johannes Damaskenus' uitspraken erbijhaalde.
Er is nog een onderdeel waar ik het over wil hebben. Een inleiding over de geschiedenis van de iconen hoort in elk iconenboek. Maar ze meent, dat op het eerste oecumenische concilie van Nicea (325) de regels voor de iconenschilder zijn vastgelegd. Dat moet zijn: de geloofsbelijdenis. Ook zou al vóór het stichten van de stad Constantinopel daar christelijke kunst zijn vervaardigd. Ze kent iconen uit Spanje. Christenen in Egypte mummificeerden hun doden. Voor encaustiek houd je een houten palet, let wel, boven een vuurtje. Cyprus werd een belangrijk Grieks eiland. Het schisma vond plaats in 451 (ipv. 1054). Rood is de kleur van het hart-chakra. De Pelagonitissa is een Russische icoon. Dat is al een misleidende inleiding. Deze trend wordt in het boek voortgezet.
De epiloog: het is allesbehalve een pretje dat dit boek is uitgekomen. Je kunt er ziek van worden. Ik hoop dat het niet verkocht wordt.
Kijk zelf op kleurpagina 15 en 16 als u het ergens ziet liggen.
De volgende reactie kreeg ik van Marjo van Ooijen: "Laten we ons sterk maken en de traditie in ere houden. Uiteindelijk overwint het enige echte."
De reactie van Marita Heckmans:
"Ik las in je blog over Frida Boland.
Ook ik zag het boek in de boekhandel van klooster Wittem.
Ik vond het vreselijk en vroeg het te verwijderen wat tot mijn vreugde ook gebeurde.
Het is belachelijk dat zoiets uitgegeven wordt."
Ik zou willen dat meer leraren reageerden!
PS:
Meteen telefoon uit Griekenland
*Op het moment dat ik schreef “Alle Griekse iconen hebben Russische gezichtjes” werd er gebeld uit Griekenland. O help, dacht ik, er wordt over mijn schouder meegelezen!
J Met Jan
G Ja?
J Wie is daar? Wie wilt u?
G Met Effy Avgoustidou. Mag ik mevrouw Sofia?
J Die is hier niet. Die ken ik ook niet
G Neemt u mij niet kwalijk, dag!
J Dag!
pfffffffffffff