TERUG naar Artikelen

Mag je iconen signeren? Deel 2

Waar komen die ondertekeningen op de moderne Griekse iconen, waarover ik in een eerder blog schreef, vandaan? Zou het kunnen, dat de oude Griekse iconen ook gesigneerd werden? Nou, dat zou wel opzienbarend zijn, want je mag iconen niet signeren zegt Jan en alleman in Nederland.
Dus al met al moest ik even de iconen van de grote bloei van de Kretenzische school (1400-1650), die we in onze school navolgen, nazien op eventuele handtekeningen.
Hier komen de namen van de schilders die signeren en de lijst is niet volledig: Angelos, Ritsos, Lambardos, Damaskinos, Viktor, Tzanes, Poulakis, Skoufos en Eufrosynos. Ja, deze signeren allemaal, een enkeling daargelaten, en het zijn de grootste namen uit die periode. Saillant detail is dat vooral veel handtekeningen van 17e eeuwse meesters vervalsingen zijn op oudere iconen. Hier past een vraagteken. Verder ken ik van onze favoriet Theofanes geen handtekening, alleen een “fecit” op de muur van het Anapavsas-klooster van Meteora dat hij beschilderde.
Dat betekent dat iedereen die beweert dat je iconen niet mag signeren, de Griekse realiteit in heden en verleden niet kent. Je mag het niet zeggen, want het is een misser. Als je in een lezing of in een boek of in de pers of op internet zegt dat het niet mag, moet je je bronnen maar eens noemen. Ondertussen breng je het wel de wereld in. Er ís geen verbod.
Mijn bronnen: de eerste de beste boeken die ik opsloeg vermeldden handtekeningen van de belangrijkste Griekse schilders. Ik keek het eerst in het boek van het iconenmuseum Recklinghausen en het leverde de eerste namen op, en met het tweede boek, Icons of the Cretan School (1983) van Nanos Chatzidakis noemde vervolgens alle namen. Zo moeilijk is een beetje zoeken toch niet? Overigens hangt in het Museum Catharijneconvent nu een icoon die zo vroeg als in 1421 gesigneerd is. Dan blijkt dat Serviers en Macedoniërs óók al signeerden. Het houdt niet op.

signeren2

Iedereen in dit kleine landje praat elkaar maar na, en uiteindelijk, denk ik, zijn sommigen gebaat bij de anonimiteit van de iconenschilder, via de armoe van de iconenschilder, het beeld dat geschetst wordt dat hij het niet voor het geld doet, dat hij een monnik is, die in gebed en ongelooflijk vasten schildert, het patina, de mystiek en de symboliek van de icoon, om uiteindelijk te moeten vaststellen dat de moderne iconenschilders niet aan het beeld beantwoorden en dat moderne iconen ontoereikend zijn. De groep die al die sprookjes wel heel goed uitkomt is de groep van de iconenhandelaren die dan de ware oude iconen verhandelen en de iconendeskundigen die er niet van hoeven te leven en die zelf niet schilderen maar wel een boeiend verhaal willen houden.
Tegen die groep wil ik zeggen dat iconen tot in lengte van dagen gereproduceerd moeten worden, zeker door mij en de plm. 10 orthodoxen die het bij mij geleerd hebben, iconen op de voorgaande moeten lijken en dat alle iconen op de dag van voltooiing nieuw zijn geweest.